Je voetafdruk
Over deze vraag hebben activisten door de jaren heen heel wat afgediscussieerd. Het gaat in ieder geval verder dan enkel eerlijke handel. Het doel was/is het creëren van een duurzame en rechtvaardige wereld.
In 2001 stelden de belangrijkste vertegenwoordigers van de beweging deze gemeenschappelijke definitie vast:
Fair trade is een handelsrelatie gebaseerd op dialoog, transparantie en respect, die streeft naar meer gelijkheid in de internationale handel. Ze draagt bij aan duurzame ontwikkeling door gemarginaliseerde producenten en arbeiders betere handelsvoorwaarden te bieden en hun rechten veilig te stellen – in het bijzonder in het mondiale zuiden. Fairtrade-organisaties zetten zich, gesteund door consumenten, in om producenten te steunen, bewustwording te bevorderen en campagne te voeren om de regels en praktijk van de reguliere internationale handel te veranderen.
Fair trade-activisten wijzen er al heel lang op dat zorg om mens en milieu twee handen op één buik zijn. Zowel praktisch, door ook toiletpapier uit gerecycled papier te verkopen in wereldwinkels. Als principieel, door ook milieucriteria op te nemen bij het opstellen van de regels voor fair trade-keurmerken.
Het begon bij mensen uit het mondiale zuiden, die aandacht vroegen voor de aanhoudende ongelijkheid in de wereld. In landen als Nederland kwamen gewone mensen zoals jij en ik daarom in actie. Een minderheid uit de beweging was heel uitgesproken en radicaal. Een veel bredere groep was gematigder en voelde zich vooral aangetrokken tot het pragmatische karakter van de beweging.
Fair trade richt zich op de politiek, op bedrijven en op consumenten zelf.
Door debat en bewustwording te creëren in de maatschappij, hoopten de actievoerders de politiek en bedrijven zover te krijgen om meer partij te kiezen voor armere landen in de internationale handel. Dit was dus een indirecte tactiek: de politiek en bedrijven beïnvloeden via draagvlak in de maatschappij.
Daarnaast hadden ze ook een directe tactiek, waarbij geprobeerd werd om bedrijven te veranderen als consument en zelfs als handelaar van producten.
We hebben een nieuwe geschiedenis nodig. Want ons postkoloniale wereldbeeld klopt niet. Vorige generaties verschuilen zich onterecht achter onwetendheid over de onrechtvaardigheid en het ontstaan van de klimaatcrisis. Maar mijn historisch onderzoek naar gewone mensen die in hun dagelijks leven in actie komen, laat duidelijk zien: ze konden het wel degelijk weten. Dat is niet prettig om te beseffen, maar we kunnen er wel veel van leren. Want het brengt ons meer begrip over de weerstand die er vandaag de dag ook is.
In mijn onderzoek staat de vraag centraal: hoe proberen mensen de wereld duurzaam te maken? Ik ben ervan overtuigd dat als we daar meer over te weten komen, er ook nieuwe verhalen over onze geschiedenis ontstaan. En door die nieuwe verhalen kunnen we pas echt ons wereldbeeld veranderen.
Dekolonialisering, globalisering, en de opkomst van de consumptiemaatschappij vanwege de groeiende welvaart na de oorlog. Door deze ontwikkelingen kregen mensen in de jaren 60 steeds meer besef van hun eigen rol in de wereld en als consument.
In de jaren 80 en 90 kwam daar nog het afnemende vertrouwen in nationale en internationale regulering bij. Dat leidde tot steeds minder overheidsregulering, en steeds meer vrije markt. Binnen deze politieke realiteit probeerde de fair trade beweging impact te maken. Met producten en keurmerken lukte dat.
Door de dekolonisatie vanaf de jaren 40 kregen landen in het mondiale zuiden een steeds grotere stem. En door de globalisering en nieuwe technologieën werd het contact op lange afstand in de loop van decennia steeds makkelijker. Politici, wetenschappers en producenten uit het mondiale zuiden zochten vanaf de jaren 60 zelf ook actief contact met potentiële medestanders in Europa. Zo ontstond dus een sterke samenwerking tussen het mondiale noorden en zuiden.
Het was continu schipperen tussen idealen en realiteit. En doordat de beweging steeds breder werd, en verschillende thema’s en doelen met elkaar verbonden werden, waren de actievoerders het lang niet altijd met elkaar eens. Maar door kleine stapjes te nemen, voort te bouwen op elkaars successen, toch die lastige compromissen te sluiten en een flinke dosis doorzettingsvermogen, is uiteindelijk wel verandering in gang gezet. Nu is fair trade, en maatschappelijk verantwoord ondernemen in het algemeen, een heel normaal begrip.
Jazeker. En de meeste kritiek kwam vanuit de beweging zelf. Deze 4 kritiekpunten waren (en zijn) het grootst:
Kijken:
Lezen:
Het UvA profiel van Peter van Dam en zijn wetenschappelijke publicaties >> LINK